Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.
Want zo hoog de hemel is boven de aarde, zo is Zijn goedertierenheid machtig over wie Hem vrezen.
Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.
Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?
1. De woorden van Nehemia, de zoon van Hachalja.
Het gebeurde in de maand Chisleu, in het twintigste jaar, toen ik in de burcht Susan was,
2. dat Hanani kwam, een van mijn broers, hij en mannen uit Juda. Ik vroeg hun naar de Joden die ontkomen waren, die uit de gevangenschap overgebleven waren, en naar Jeruzalem.
3. Zij zeiden tegen mij: De overgeblevenen, die uit de gevangenschap daar in het gewest zijn overgebleven, verkeren in grote ellende en in smaad. In de muur van Jeruzalem zijn bressen geslagen en zijn poorten zijn met vuur verbrand.
4. Het gebeurde, toen ik deze woorden hoorde, dat ik ging zitten en begon te huilen. Ik bedreef enkele dagen rouw, terwijl ik voor het aangezicht van de God van de hemel vastte en bad.
5. Ik zei: Och, HEERE, God van de hemel, de grote en ontzagwekkende God, Die het verbond en de goedertierenheid in acht neemt voor hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen.
6. Laat Uw oor toch opmerkzaam zijn, en Uw ogen open, om te luisteren naar het gebed van Uw dienaar, dat ik heden dag en nacht voor Uw aangezicht bid voor de Israëlieten, Uw dienaren. Ik belijd de zonden van de Israëlieten, die wij tegen U begaan hebben. Ook ik en mijn familie, wij hebben gezondigd.
7. Wij hebben het grondig bij U verdorven. Wij hebben de geboden, de verordeningen en de bepalingen, die U aan Uw dienaar Mozes geboden hebt, niet in acht genomen.
8. Denk toch aan het woord dat U Uw dienaar Mozes geboden hebt: Als u ontrouw bent, zal Ik u overal onder de volken verspreiden.
9. Maar als u zich tot Mij bekeert en Mijn geboden in acht neemt en die houdt – al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, vandaar zal Ik hen bijeenbrengen en hen brengen naar de plaats die Ik gekozen heb om daar Mijn Naam te laten wonen.
10. Zij zijn toch Uw dienaren en Uw volk, dat U verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand.
11. Och, Heere, laat Uw oor toch opmerkzaam zijn op het gebed van Uw dienaar, en op het gebed van Uw dienaren, die er vreugde in vinden Uw Naam te vrezen. Doe Uw dienaar vandaag toch slagen en geef hem barmhartigheid bij deze man. Ik was namelijk de schenker van de koning.
5. Toen daalde de HEERE neer in een wolk, ging daar bij hem staan en riep de Naam van de HEERE uit.
6. Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw,
7. Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de
ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht.
8. Toen haastte Mozes zich, knielde ter aarde, boog zich neer
9. en zei: Heere, als ik nu genade in Uw ogen gevonden heb, laat de Heere dan toch in ons midden meegaan. Zeker, het is een halsstarrig volk, maar vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan als Uw erfelijk bezit.
7. Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten,
maar in grote barmhartigheid zal Ik u bijeenbrengen.
8. In een stortvloed van grote toorn heb Ik voor u
Mijn aangezicht een ogenblik verborgen,
maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen,
zegt de HEERE, uw Verlosser.
9. Want dit zal voor Mij zijn als bij de wateren van Noach,
toen Ik zwoer
dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen;
zo heb Ik gezworen
dat Ik niet meer op u toornen zal en u niet meer bestraffen zal.
10. Want al zouden bergen wijken
en heuvels wankelen,
Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken
en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen,
zegt de HEERE, uw Ontfermer.
18. Wie is een God als U,
Die de ongerechtigheid vergeeft,
Die voorbijgaat aan de overtreding
van het overblijfsel van Zijn eigendom?
Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn,
want Hij vindt vreugde in goedertierenheid.
19. Hij zal Zich weer over ons ontfermen,
Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen,
ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee.
20. U zult Jakob de trouw bewijzen
en Abraham de goedertierenheid,
die U aan onze vaderen gezworen hebt vanaf de dagen van weleer.
1. Een psalm van David, de dienaar van de HEERE, voor de koorleider.
2. De overtreding van de goddeloze spreekt binnen in mijn hart:
ontzag voor God staat hem niet voor ogen.
3. Want hij vleit zichzelf in zijn eigen ogen,
tot men zijn ongerechtigheid vindt en haat.
4. De woorden van zijn mond zijn onrecht en bedrog;
hij laat na verstandig te handelen en goed te doen.
5. Op zijn slaapplaats bedenkt hij onrecht;
hij gaat op een weg staan die niet goed is,
het kwaad verwerpt hij niet.
6. HEERE, Uw goedertierenheid reikt tot in de hemel,
Uw trouw tot de wolken.
7. Uw gerechtigheid is als de machtige bergen,
Uw oordelen zijn als de grote watervloed;
mensen en dieren verlost U, HEERE.
8. Hoe kostbaar is Uw goedertierenheid, o God!
Daarom nemen de mensenkinderen de toevlucht
onder de schaduw van Uw vleugels.
9. Zij worden verzadigd met de overvloed
U laat hen drinken uit Uw beek vol verrukkelijke gaven.
10. Want bij U is de bron van het leven;
in Uw licht zien wij het licht.
11. Strek Uw goedertierenheid uit over wie U kennen,
en Uw gerechtigheid over de oprechten van hart.
12. Laat de voet van de hoogmoedigen niet over mij heen komen,
laat de hand van de goddelozen mij niet doen rondzwerven.
13. Daar zijn zij gevallen die onrecht bedrijven!
Zij zijn neergestoten en kunnen niet meer opstaan.
19. Denk aan mijn ellende en mijn ontheemding,
aan de alsem en de gal.
20. Mijn ziel denkt er onophoudelijk aan,
zij buigt zich neer in mij.
21. Dit zal ik ter harte nemen,
daarom zal ik hopen:
22. Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn,
dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!
23. Nieuw zijn ze, elke morgen;
groot is Uw trouw!
24. Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel,
daarom zal ik op Hem hopen.
1. Herinner hen eraan dat zij de overheden en machten onderdanig behoren te zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn en dat zij tot elk goed werk bereid zijn,
2. dat zij niemand belasteren, niet strijdlustig zijn maar welwillend, en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen.
3. Want ook wij waren voorheen onverstandig, ongehoorzaam, dwalend, verslaafd aan allerlei begeerten en hartstochten, levend in slechtheid en afgunst, hatelijk en elkaar hatend.
4. Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is,
5. maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.
6. Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker,
7. opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn genade, erfgenamen zouden worden, overeenkomstig de hoop van het eeuwige leven.
Opdracht 1 – woordweb of paraplu
Het kernwoord goedertierenheid kun je niet in één woord uitleggen. Schrijf het woord op een groot vel papier. Schrijf daaromheen alle woorden die erbij horen en die meer vertellen over de betekenis van dit kernwoord. Je kunt bij deze opdracht ook de afbeelding van de paraplu gebruiken. Download en print het werkblad, schrijf het woord ‘goedertierenheid’ erboven en schrijf in de paraplu de betekenissen van dit kernwoord op.
- Gebruik het woordweb of de paraplu om het kernwoord aan elkaar uit te leggen.
- Wat zie jij van Gods goedertierenheid om je heen en in je eigen leven?
Opdracht 2 – creatief aan de slag met de Bijbelteksten
Zoek de Bijbelteksten over goedertierenheid op. Kies een van deze Bijbelteksten uit. Handletter de tekst op papier of print de tekst in mooie lettertypen uiten kleur deze in. Je kunt ook aan de slag met verf en penseel. Gebruik de beelden uit de Bijbeltekst voor je schilderij. Schrijf de Bijbeltekst in mooie letters op je schilderij als de verf droog is. Hang je tekst of schilderij op een zichtbare plek en leer de tekst uit je hoofd!
Knutselen – bouw de muren van Jeruzalem
Nehemia gaat aan de slag met de herbouw van de muren. Daarbij hoort deze knutselopdracht. Bespreek tijdens het knutselen de volgende vraag: wat heb jij ontdekt over Gods goedertierenheid in de geschiedenis van Nehemia?
Kleurplaten
Het Engelse woord voor goedertierenheid is ‘loving kindness’. Letterlijk betekent dat ‘liefdevolle vriendelijkheid’. Op de kleurplaat met de Engelse Bijbeltekst uit Psalm 63 zie je dit woord terug. Zoek deze Bijbeltekst in je eigen Bijbel op, zodat je weet wat de Engelse woorden betekenen! Download de kleurplaat, print deze uit en kleur de plaat mooi in. Je kunt ook kleuren over de geschiedenis van Nehemia.