U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken.
Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, Uw heerschappij omvat alle generaties.
Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.
15. De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden.
16. En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten,
17. maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.
18. Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.
19. De HEERE God vormde uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht, en bracht die bij Adam om te zien hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou zijn naam zijn.
1. Een psalm van David, voor de koorleider.
De dwaas zegt in zijn hart:
Er is geen God.
Zij handelen verderfelijk,
bedrijven gruwelijke daden;
er is niemand die goeddoet.
2. De HEERE heeft uit de hemel neergezien
op de mensenkinderen,
om te zien of er iemand verstandig was,
iemand die God zocht.
3. Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven;
er is niemand die goeddoet,
zelfs niet één.
4. Hebben zij dan geen kennis, allen die onrecht bedrijven,
die mijn volk opeten alsof zij brood aten?
Zij roepen de HEERE niet aan.
5. Daar worden zij door angst bevangen,
want God is bij het geslacht van de rechtvaardige!
6. Weliswaar beschaamt u het voornemen van de ellendige,
maar de HEERE is zijn toevlucht.
7. Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwam!
Wanneer de HEERE de gevangenen van Zijn volk laat terugkeren,
dan zal Jakob zich verheugen, Israël zal verblijd zijn.
5. Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE,
dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan.
Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen,
Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde.
6. In Zijn dagen zal Juda verlost worden
en Israël onbezorgd wonen.
Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal:
DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID.
7. Daarom zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar de HEERE leeft, Die de Israëlieten geleid heeft uit het land Egypte,
8. maar: Zo waar de HEERE leeft, Die het nageslacht van het huis van Israël geleid heeft en Die het gebracht heeft uit het land in het noorden en uit al de landen waarheen Ik hen verdreven had: zij zullen wonen in hun eigen land.
17. En terwijl Hij Zijn kruis droeg, ging Hij de stad uit naar de plaats die Schedelplaats genoemd wordt en in het Hebreeuws Golgotha.
18. Daar kruisigden zij Hem en met Hem twee anderen, aan elke kant één, en Jezus in het midden.
19. En Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS DE NAZARENER, DE KONING VAN DE JODEN.
20. Dit opschrift dan lazen velen van de Joden, want de plaats waar Jezus gekruisigd werd, was dicht bij de stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks en in het Latijn.
21. De overpriesters van de Joden dan zeiden tegen Pilatus: Schrijf niet: De Koning van de Joden, maar dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning van de Joden.
22. Pilatus antwoordde: Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven.
12. Toen Jezus gehoord had dat Johannes overgeleverd was, keerde Hij terug naar Galilea.
13. Hij verliet Nazareth en ging wonen in Kapernaüm, dat aan de zee lag, in het gebied van Zebulon en Naftali,
14. opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei:
15. Land Zebulon en land Naftali, gebied aan de weg naar de zee en over de Jordaan, Galilea van de volken,
16. het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan.
17. Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
12. En Hij zei ook tegen hem die Hem uitgenodigd had: Wanneer u een middag- of avondmaaltijd houdt, roep dan niet uw vrienden, ook niet uw broers, en niet uw familieleden of rijke buren, opdat ook zij u niet op hun beurt terugvragen en het u vergolden wordt.
13. Wanneer u echter een feestmaaltijd gereedmaakt, nodig dan armen, verminkten, kreupelen en blinden.
14. En u zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u te vergelden. Want het zal u vergolden worden in de opstanding van de rechtvaardigen.
15. Toen een van hen die mee aanlagen, deze dingen hoorde, zei hij tegen Hem: Zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God.
16. Maar Hij zei tegen hem: Een zekere man bereidde een grote maaltijd en nodigde er velen.
17. En hij stuurde zijn dienaar eropuit tegen de tijd van de maaltijd om de genodigden te zeggen: Kom, want alle dingen zijn nu gereed.
18. En zij begonnen zich allen eensgezind te verontschuldigen. De eerste zei tegen hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet er nodig op uit om die te bekijken. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd.
19. En een ander zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga erheen om ze te keuren. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd.
20. En weer een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen.
21. En die dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn dienaar: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen.
22. En de dienaar zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats.
17. Wees met elkaar mijn navolgers, broeders, en houd het oog gericht op hen die zó wandelen, zoals u ons tot een voorbeeld hebt.
18. Want velen – ik heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het nu ook onder tranen – wandelen als vijanden van het kruis van Christus.
19. Hun einde is het verderf, hun god is de buik en hun eer is in hun schande; zij bedenken aardse dingen.
20. Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus,
21. Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.
Opdracht 1 – collage Koninkrijk van God
Nodig: tijdschriften, schaar, lijm, wit papier (A3 of A4 formaat).
Bekijk eerst de uitleg van het kernwoord Koninkrijk van God in het filmpje. Zoek daarna in tijdschriften naar woorden en afbeeldingen die iets zeggen of laten zien over het Koninkrijk van God. Maak hiervan een mooie collage. Vertel na het maken van de collage aan elkaar waarom je voor deze woorden en afbeeldingen hebt gekozen.
Opdracht 2 – Koninkrijk der Nederlanden en Koninkrijk van God
Nodig: wit papier (A4 formaat), stiften.
Als je dit leest, is de kans groot dat je een burger bent van het Koninkrijk der Nederlanden (of van een ander land). In deze opdracht vergelijk je het Koninkrijk der Nederlanden met het Koninkrijk van God. Als het goed is, ontdek je wat het Koninkrijk van God bijzonder maakt. Maak twee kolommen op een vel papier. Schrijf zoveel mogelijk vergelijkingen op tussen beide koninkrijken. Denk aan: de koning, de burgers, de wetten/regels, het wetboek, het paspoort, de taal enzovoort.
- Kun je burger van beide koninkrijken zijn?
- Hoe word je burger van het Koninkrijk der Nederlanden?
- Hoe word je burger van het Koninkrijk van God? Lees hierbij Markus 10:13-16 en Johannes 3:3.
Opdracht 3 – beelden van het Koninkrijk
De Heere Jezus gebruikt allerlei (voor)beelden om uit te leggen wat het Koninkrijk van God of het Koninkrijk der hemelen betekent. Kies een van de gelijkenissen over het Koninkrijk der hemelen uit Mattheüs 13 en maak daar een tekening of schilderij bij. Vertel aan elkaar wat dat beeld jou leert over het Koninkrijk van God.
Kleurplaten
Download een van de kleurplaten, print deze uit en kleur de plaat mooi in.
Verder aan de slag
Op internet is voor je ouders, clubleiding of leerkracht op de volgende websites materiaal te vinden om verder met dit kernwoord aan de slag te gaan:
- www.bijbelsopvoeden.nl/product/bijbelmoment-koninklijk-3-het-rijk-van-de-koning/
- elkedagnieuw.nl/biddag-koninkrijk/