God is geen man, dat Hij liegen zou.
Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel,
maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig.
U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar.
1 Beter een arme die in zijn oprechtheid zijn weg gaat,
dan iemand die verkeerd van lippen en bovendien een dwaas is.
2 Ja, bezieling zonder kennis is niet goed,
en wie haastig is met de voeten, zondigt.
3 De dwaasheid van een mens verdraait zijn weg,
en dan is zijn hart nog woedend op de HEERE ook!
4 Bezit voegt veel vrienden toe,
maar een arme wordt van zijn vriend gescheiden.
5 Een valse getuige wordt niet voor onschuldig gehouden,
en wie leugens blaast, zal niet ontkomen.
6 Velen trachten het gezicht van aanzienlijken gunstig te stemmen,
en iedereen is een vriend van wie vrijgevig is.
7 Alle broers van een arme haten hem,
hoeveel te meer blijven zijn vrienden ver van hem!
Achtervolgt hij hen met woorden, dan zijn zij er niet.
8 Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief,
wie inzicht bewaart, vindt het goede.
9 Een valse getuige wordt niet voor onschuldig gehouden,
wie leugens blaast, zal omkomen.
17 Wie waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid bekend,
maar een valse getuige bedrog.
18 Er zijn er die als met dolksteken praten, ondoordacht,
maar de tong van de wijzen betekent genezing.
19 Een waarachtige lip houdt voor eeuwig stand,
maar een valse tong slechts voor een ogenblik.
20 Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden,
maar wie vrede aanraden, hebben blijdschap.
21 De rechtvaardige zal geen enkel leed overkomen,
maar de goddelozen zullen door onheil overstelpt worden.
22 Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel,
maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig.
17 Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken,
18 verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart.
19 Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven.
20 Maar u hebt Christus zo niet leren kennen,
21 als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is,
22 namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten,
23 en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken,
24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
25 Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar.
1 Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij.
2 In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
3 En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.
4 En waar Ik heen ga, weet u, en de weg weet u.
5 Thomas zei tegen Hem: Heere, wij weten niet waar U heen gaat, en hoe kunnen wij de weg weten?
6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.
39 Zij antwoordden en zeiden tegen Hem: Abraham is onze vader. Jezus zei tegen hen: Als u Abrahams kinderen was, zou u de werken van Abraham doen.
40 Maar nu probeert u Mij te doden, een Mens Die de waarheid tot u gesproken heeft, die Ik van God gehoord heb. Dat deed Abraham niet.
41 U doet de werken van uw vader. Zij zeiden dan tegen Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben één Vader, namelijk God.
42 Jezus dan zei tegen hen: Als God uw Vader was, zou u Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan en gekomen. Want Ik ben ook niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.
43 Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg? Omdat u Mijn woord niet kunt horen.
44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
45 Maar Mij, omdat Ik de waarheid spreek, Mij gelooft u niet.
46 Wie van u overtuigt Mij van zonde? En als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft u Mij niet?
47 Wie uit God is, hoort de woorden van God; daarom hoort u niet, omdat u niet uit God bent.
1 Een psalm van David.
HEERE, wie zal verblijven in Uw tent?
Wie zal wonen op Uw heilige berg?
2 Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt.
3 Die met zijn tong niet lastert,
zijn vrienden geen kwaad doet
en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt.
4 In zijn ogen is de verworpene veracht,
maar wie de HEERE vrezen, eert hij.
Heeft hij gezworen tot zijn schade,
zijn eed verandert hij evenwel niet.
5 Zijn geld leent hij niet uit tegen rente,
een geschenk ten nadele van de onschuldige aanvaardt hij niet.
Wie deze dingen doet,
zal niet wankelen, voor eeuwig.
7 En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden.
8 Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken.
9 Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren.
10 Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.
11 Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Werkblad
Download het werkblad. Maak de verwerkingsopdrachten bij de geschiedenis van Jakob en Ezau.
Doe-opdracht domino-effect
Bouw met elkaar van domino een lange rij met stenen. Tik de eerste steen aan en kijk hoe de hele rij omvalt. Bespreek met elkaar wat één leugen (zonde) voor gevolgen kan hebben. Hoe zie je dat in de geschiedenis van Jakob en Ezau?